Leica Weetje 19: Oskar Barnack 'The Force' achter de Leica camera's

Ernst Leitz was de man die besloot om de Leica camera in productie te nemen. Dat was een zeer belangrijk en dapper besluit in economisch uitdagende tijden.

Maar hij had deze beslissing nooit kunnen nemen ware het niet dat Oskar Barnack niet zo’n innovatieve camera had ontwikkeld. Hij heeft deze basis voor deze camera voor eigen rekening ontwikkeld.

Op 1 november 1879 werd Oskar geboren in Linow bij Berlijn. Op driejarige leefftijd verhuisde hij met zijn familie naar Berlijn zelf. Hij kwam van een eenvoudige huize. In 1908 begon hij bij de ontwikkelingsafdeling voor microscopen bij Zeiss en Jena. Daar ontmoette hij Emil Mecher, die zijn vriend werd. Emil kreeg een baan bij ernst Leitz in Wetzlar, alwaar hij al snel Oskar Barnack aanbeval voor een baan als meester technicus voor de ontwikkelingsafdeling voor microscopen. Leitz maakte in die tijd nog geen camera’s.

Oskar Barnack leed aan astma en waarschuwde Ernst Leitz, dat hij regelmatig niet beschikbaar zou zijn in verband met zijn ziekte. Verderop zullen we zien dat juist het feit dat hij aan astma leed een bepalende factor werd in de ontwikkeling en succes van de Leica. 

Ernst Leitz II had een oog voor talent en nam hem toch aan. Aldus verhuisde Oskar Barnack in1911 van Jena naar Wetzlar, meer dan 250 km verderop. Naast zijn werk op de microscoop ontwikkelingsafdeling werkte hij ook aan de ontwikkeling van een camera voor filmdoeleinden.  

Barnack was een goede amateurfotograaf en hij ging in de weekenden vaak op pad om in de heuvelachtige omgeving van Wetzlar zijn hobby te beoefenen.

In die dagen nam een fotograaf een grote lompe houten camera met zich mee, alsmede fotografische platen en een zwaar houten statief. Gezien zijn  astma was dit geen eenvoudige opgave. Door zijn werk met de Cine camera bracht hem op het idee om Cine film te gebruiken voor zijn camera. De kwaliteit van deze film was goed en hij bedacht dat hij deze film kon gebruiken om foto’s mee te maken. Om de scherpte en korrel verder te verbeteren besloot hij om het formaat te verdubbelen. Dus in plaats van 12 x 18 gebruikte hij 24 x 36 mm. Dit had ook als voordeel dat de camera in landscape formaat werd ontwikkeld in plaats van portrait formaat. Dit kwam ook de ergonomische eigenschappen ten goede, zoals bij voorbeeld het voorkomen van trillingen bij het bedienen van de ontspanknop. 

Rond 1914 was zijn ’Lilliput’ camera klaar voor gebruik. Hij maakte zijn ‘Ur Leica’ in twee verschillende versies en gebruikte de camera veelvuldig. Ernst Leitz II nam een van deze Ur Leica’s mee naar de Verenigde Staten.  

Pas na afloop van de eerste wereldoorlog in 1918 kon Barnack verder werken aan zijn camera. In Leica weetje 7 vind je meer informatie over de ontwikkelingen rond de Lilliput camera alvorens het productieproces begon in 1924.

Aangenomen moet worden, dat Barnack de productontwikkeling ver vooruit was in vergelijking met de productiemodellen. Bijvoorbeeld in 1923 verkocht Leitz al losse meetzoekers voor andere fabrikanten van grootformaatcamera’s. De ontwikkeling en productievoorbereiding moet al tenminste een jaar daarvóór zijn gestart. 

In zijn brein moet Barnack toe al gedacht hebben aan een koppeling van de meetzoeker met de lens (dus zo’n 9 jaar vóór de introductie van de Leica II in 1932).

De Leica 1a had een lang leven met de introductie in 1925 en de opvolger de Ic in 1931. Dus 6 jaar zonder een nieuwe camera. Daarna ging het snel: in de dertiger jaren werden 6 nieuwe modellen geïntroduceerd. En niet alleen nieuwe camera’s, maar ook vele nieuwe accessoires werden op de markt gebracht. Dit terwijl in 1931 slechts enkele accessoires beschikbaar waren. Het moet de drijvende kracht van Barnack zijn geweest die de ontwikkelafdeling er toe aanzette om het Leica systeem compleet te maken. Het is bekend, dat Oskar Barnack veel tekeningen en notities voor nieuwe producten zelf maakte. In veilingen tref je deze door hem gesigneerde notities regelmatig aan. De verkoop van al deze accessoires moet een zeer groot aandeel in de omzet van Leitz hebben uitgemaakt.

Toen Oskar Barnack in 1936 overleed aan longontsteking waren Leica camera’s niet alleen door de serieuze amateurs geaccepteerd, maar ook door internationale pers fotografen. Na zijn dood duurde het 16 jaar voordat Leitz met een nieuwe doorbraak kwam: het Leica M systeem met een bajonet in plaats van een schroefdraad voor de koppeling van de lenzen.

Tot op de dag van vandaag leeft de erfenis van Barnack voort. Niet alleen het Leica merk, maar ook alle digitale mainframe camera’s profiteren van zijn vindingen.

Nieuws tag