Leica en het Meetzoekersysteem
De meeste camera’s, die bij Leica uit de fabriek komen hebben nog steeds een scherpstelsysteem volgens het meetzoekerprincipe. Ik gebruik zelf regelmatig oude Leica camera’s van 85 jaar oud, maar ook een Leica M type 240 van 2014 en allemaal stel ik handmatig scherp met dit systeem.
De 3A Kodak Autographic Special uit 1916 was de eerste camera op de markt met een meetzoekersysteem. Alhoewel Leica de meetzoeker dus niet uitgevonden heeft, is zij vanaf 1932 toen de Leica II uitkwam trouw gebleven aan dit principe van scherpstellen. Geen ander merk doet dit nog.
Leica II
De Leica II is als eerste Leica in 1932 een meetzoeker Leica . De Leica II heeft twee zoekers naast elkaar. Als ik in de linker zoeker kijk zie ik een beeld dat ongeveer overeenkomt met een 9 cm lens. Dit is de meetzoeker en die gebruik ik voor het scherpstellen. De tweede zoeker heeft een beeld dat overeenkomt met een 5 cm standaard lens. Daarmee zie ik het beeld dat ik daadwerkelijk fotografeer. Dat wil zeggen als ik een 5cm lens gebruik. Voor andere lenzen moet ik een aparte zoeker in den accessoireschoen plaatsen.
Aan de voorkant van de camera zie ik twee ronde glaasjes (zie foto 2 pijltjes 11). Dat zijn de venstertjes waar de meetzoeker door kijkt.
Het meetzoekersysteem berust er op dat een onderwerp scherp is als twee beeldjes door draaien van de afstandsinstelling op de lens exact over elkaar gelegd worden (Zie foto 4).
De iets vergrote meetzoeker in de Leica schroefcamera's tot en met de IIIf, maakt het eenvoudig om exact scherp te stellen. De huidige Leica meetzoekers hebben een beeld van 28 mm. Daarmee vind ik het veel lastiger om exact scherp te stellen, zeker met lichtsterke lenzen waar de scherptediepte heel klein is.
Leica M3
Vanaf de Leica M3 (1954) heeft Leica maar één zoeker. Daarin zie ik de twee beeldjes die over elkaar gelegd moeten worden. Een grote verbetering is ook dat ik de kaders van de 50, 90 en 135 mm lenzen ingespiegeld zie. Hierdoor hoef ik minder vaak een externe zoeker te plaatsen. Dit was indertijd een grote vooruitgang. Maar met een groothoeklens van 35 mm moest er toch al een kunstgreep worden toegepast door de lens van een ‘bril’ te voorzien. Voor nog extremere groothoeklenzen, of bijvoorbeeld voor een 75 mm lens moest je alsnog een externe zoeker op de camera plaatsen.
De digitale Leica M type 240, die ik veel gebruik, heeft LED lichtkaders voor 28, 35, 50, 75, 90 en 135 mm. De kleur kan ik kiezen (wit of rood).
Leica met vaste lens en zonder meetzoeker
Mijn allereerste Leica camera’s hebben nog geen gekoppelde meetzoeker. Als ik deze Leica 1 camera met een vast Elmar 5cm lens gebruik, dan moet ik hetzij de afstand schatten, hetzij een externe meetzoeker gebruiken en vervolgens de gemeten afstand overbrengen op de lens. Een behoorlijk bewerkelijk systeem (Zie foto’s 1 en 3).
NB op foto 1 is de naam in de folder nog LECA in plaats van Leica. Deze naam is nooit op een camera gekomen, omdat er al een camera was met de naam Eca. In het frans met het lidwoord L'Eca gecombineerd was wat betreft het merkenrecht niet houdbaar en ontstond de naam Leica.
Leica's zonder meetzoeker
Naast de Leica II en III heeft Leitz nog tot 1950 camera’s gemaakt met verwisselbare lenzen, maar zonder meetzoeker (Leica (1)C en de Leica Standard). Hierbij moest dus een externe afstandsmeter gebruikt worden, of je moest een geoefend oog hebben om de afstand goed in te kunnen schatten. Vanaf 1959 – 1964 was de M1 ook een camera met wel een zoeker, maar zonder meetzoeker.
Leica's zonder zoeker
Leica heeft ook aan aantal camera’s gemaakt waar helemaal geen zoeker op zat bv 1c, 1f, MD, MDA en MD2. Deze waren bedoeld voor wetenschappelijk gebruik met een losse reflex zoeker en bv een balgapparaat voor macro-opnames. Een bijzondere versie (MD Post) gebruikte de PTT (an ook andere buitenlandse telefoonmaatschappijen) om tellerstanden mee te fotograferen ten behoeve van de facturatie.